2017: Bestuurlijke keuzes

Een sterk Zuid-Holland is een slim en schoon Zuid-Holland. Het college werkt hier samen met regiopartners naar toe. Het dynamische tijdsgewricht waarin onze regio zich bevindt vereist dat wij continue inspelen en anticiperen op veranderingen. In de Voorjaarsnota 2017 en Kadernota 2018-2021 staat hoe het college hier invulling aan geeft. Deze bestuurlijke inleiding schetst hiervan de hoofdlijnen.

Uit de Jaarstukken 2016 bleek dat er sprake is van een positief rekeningresultaat. Voor een deel is dit resultaat ‘beklemd’ en bedoeld voor uitvoering van bestaande beleidsafspraken. Voor een deel is het resultaat niet ‘beklemd’ en dus vrij beschikbaar. Het college kiest er voor het niet-beklemde deel van het resultaat in deze voorjaarsnota niet her te bestemmen voor nieuwe beleidsvoornemens. Het college acht het van strategisch belang dat de provincie juist in de komende periode geld beschikbaar houdt om in te kunnen spelen op het nieuwe Regeerakkoord, dat in de loop van dit jaar zal komen en ongetwijfeld nieuwe investeringen zal vragen, ook van de lokale en regionale overheden.

De focus in deze voorjaars- (en kadernota) ligt op de invulling en financiële verwerking van de investeringsimpuls van € 48 mln zoals afgelopen najaar in de Begroting 2017 opgenomen. Deze investeringsimpuls staat toegelicht in de kijklijn ‘extra investeringen in een slimmer, schoner en sterker Zuid-Holland’. Met deze impuls worden onze ambities versneld, verdiept en versterkt door middel van incidentele en structurele inzet van middelen. Hierbij is welbewust gekeken naar kansen die nog in de resterende collegeperiode kunnen worden uitgevoerd (of verplicht). Het resultaat zoals dat tot zo ver met de betrokken maatschappelijke partners is bereikt , is in deze voorjaarsnota beschreven.

Het rekeningoverschot uit 2016 betekent overigens niet automatisch dat Zuid-Holland achterblijft in de realisatie van onze ambities. Dat is vooral een inhoudelijke vraag, die aan de hand van de voortgang op de beleidsindicatoren zou moeten worden besproken. Daarnaast hoeft een verschuiving in uitvoeringsdatum van projecten niet per definitie slecht te zijn, zolang daar maar goede redenen voor zijn. Denk aan een verbetering van draagvlak bij partners, betere inpassing in de omgeving of een kwalitatief hogere uitvoering.

Het college ziet dat het steeds belangrijker wordt  snel geld vrij te kunnen maken voor projecten die uitvoeringsgereed zijn. Hetzij voor onszelf, hetzij als kans voor gemeenten en andere partners. Om die reden werken we nu onder meer aan vernieuwing van ons subsidie-instrumentarium (bijvoorbeeld voor gebiedsgericht werken) en aan het creëren van meer flexibiliteit in de programmering van grote programma’s. Aan de nadere uitwerking hiervan zal het college veel aandacht geven.

Het afgelopen jaar is aandacht besteed aan vergroting van de provinciale uitvoeringskracht en versterking van de voorspellende waarde van najaarsnota’s en voorjaarsnota’s. Hierin zijn stappen gezet, maar het gewenste niveau is nog niet bereikt. Het college en de organisatie zullen hier ook het komend jaar extra inspanning op leveren. Dit zal zichtbaar worden in de Najaarsnota 2017.